Kirschwanderweg 3 - zu schönen Aussichten mit Hagener Kirschsorten

Luciener-kers: Deze variëteit werd rond 1800 ontdekt door Rentmeister Uellner op het landgoed Alt-Luneberg bij Bremerhaven en verspreidde zich van daaruit naar vele andere gebieden. In de tweede helft van de 20e eeuw werd de luciener-kers officieel als verloren beschouwd tot hij in 2004 in Hagen a.T.W. werd herontdekt. De geelrode vruchten rijpen gemiddeld vroeg, zijn erg smakelijk en kunnen goed worden geconserveerd.

Flamentiner: De variëteit is waarschijnlijk ontstaan in de tweede helft van de 17e eeuw in de buurt van Angers in Noord-Frankrijk. In 1804 werd het opgenomen in de catalogus van de Parijse nationale kwekerij onder de naam "Le Flammentin". Door naamsverwarring werd het ras in Thüringen vermeerderd als "Türkine". In Hagen a.T.W. is de geelrode variëteit bekend onder de lokale naam "Leggeske". Onlangs werd gedacht dat deze soort verloren was gegaan, maar hij is teruggevonden in Hagen a.T.W.

De gele kraakbeenkers van Dönissen:De soort is waarschijnlijk ontstaan als zaailing in Guben/Neisse (Brandenburg) en werd vernoemd naar de kweker. Het werd voor het eerst vermeld in de literatuur in 1825 en is een van de weinige volledig gele kersenvariëteiten, daarom staat het ook bekend als de "amberkleurige kers". Hij rijpt middelmatig laat en wordt zelden gegeten door vogels omwille van zijn kleur. De zonnegele vruchtenspread van Dönissens smaakt hemels!