Vanaf het midden van de 19e eeuw maakte het vrachtvervoer over de Aller tussen Celle en Bremen een snelle opleving door. Graan, hout en olie werden over het water vervoerd, maar de schommelende waterstanden van de ongeregelde rivierloop belemmerden de groei van de groeiende industrie.
De bouw van de 4 stuwen in Oldau, Bannetze, Marklendorf en Hademstorf tussen 1908 en 1919 nam dit obstakel weg.
In 1909 werd begonnen met de bouw van de sluis Bannetz op het voormalige vlottenbindpunt. De sluis werd in 1912 in gebruik genomen.
De stuwregeling aan het begin van de 20e eeuw maakte de doorvaart mogelijk van vrachtschepen tot 55 meter lang, 6,6 meter breed en, afhankelijk van de waterstand, met een maximale diepgang van 2,5 meter en een laadvermogen tot 650 ton. De vrachtvaart werd geëxploiteerd tot ongeveer 1969.